De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mail wordt verzonden,
ontvangen en weergegeven.
Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor de e-mailtoepassing
ontvangt als configuratiebericht. Zie
Dienst voor configuratie-instellingen
op
pagina
18
. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie
Configuratie
op
pagina
85
.
Als u de instellingen voor de e-mailtoepassing wilt activeren, selecteert u
Menu
>
Berichten
>
Berichtinstellingen
>
E-mailberichten
en selecteert u een van de
volgende opties:
Configuratie
: selecteer de set die u wilt activeren.
Account
: selecteer een account die door de serviceprovider is verstrekt.
Mijn mailnaam
: voer uw naam of alias in.
E-mailadres
: voer het e-mailadres in.
Ondertekening bijvoegen
: u kunt een handtekening definiëren die automatisch
aan het einde van uw e-mailbericht moet worden toegevoegd wanneer u het
bericht opstelt.
62
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
Antwoordadres
: voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden
verzonden.
SMTP-gebruikersnaam
: voer de naam in die u voor uitgaande e-mailberichten wilt
gebruiken.
SMTP-wachtwoord
: voer het wachtwoord in dat u voor uitgaande
e-mailberichten wilt gebruiken.
Terminalvenster tonen
: selecteer
Ja
als u een handmatige gebruikersverificatie
voor intranetverbindingen wilt uitvoeren.
Type inkomende server
: selecteer
POP3
of
IMAP4
, afhankelijk van het type
e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beiden typen worden ondersteund, selecteert u
IMAP4
.
Inkomende mailinstellingen
: selecteer de beschikbare opties voor POP3 of IMAP4.