 
■ Opladen en ontladen
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe 
batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en 
ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop 
van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn 
dan normaal, is het raadzaam de batterij te vervangen. Gebruik alleen batterijen die door 
Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn 
goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Laat een volledig opgeladen 
batterij niet in een laadapparaat zitten omdat de gebruiksduur van de batterij kan afnemen 
wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, 
wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een 
beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren 
wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met 
de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. (De poolklemmen zien eruit 
als metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of 
tas hebt. Kortsluiting veroorzaakt schade aan de batterij of aan het item waarop deze is 
aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van batterijen, evenals de oplaadcapaciteit ervan, nemen af 
wanneer u deze in extreem warme of koude temperaturen bewaart (zoals in een afgesloten 
auto in de zomer of in de vrieskou). Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur 
 
135
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
van de batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij 
kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is 
opgeladen. De batterijprestaties zijn beduidend minder in temperaturen onder het vriespunt.
Gooi batterijen nooit in vuur omdat ze daardoor kunnen exploderen. Batterijen kunnen ook 
exploderen in geval van beschadiging. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale 
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Batterijen mogen nooit bij 
het huishoudafval worden gegooid.